Wat is Kwantitatieve verruiming?
Kwantitatieve verruiming is een onconventioneel monetair beleid waarbij een centrale bank grootschalige aankopen doet van financiële activa, zoals obligaties van de overheid of hypotheekobligaties, om de economie te stimuleren. Deze beleidsmaatregel wordt doorgaans toegepast wanneer de traditionele instrumenten van het monetaire beleid, zoals het verlagen van de rentetarieven, hun effectieve ondergrens hebben bereikt en niet langer voldoende stimulans kunnen bieden. Het doel van kwantitatieve verruiming is het vergroten van de liquiditeit in het financiële systeem, het verlagen van langetermijnrentes en het aanmoedigen van kredietverlening en beleggingen om zo de economische groei te bevorderen en inflatie te beheersen.
Geschiedenis en Oorsprong
De term "kwantitatieve verruiming" werd voor het eerst in de praktijk gebracht door de Bank of Japan (BoJ) in de vroege jaren 2000. Geconfronteerd met langdurige deflatie en bijna-nul rentetarieven, begon de BoJ in maart 2001 met het opkopen van grote hoeveelheden Japanse staatsobligaties en andere activa om het financiële systeem te voorzien van overtollige reserves en de langetermijnrentes verder te verlagen. Deze actie was een poging om de stagnerende economie te stimuleren, verder gaand dan de conventionele rentemaatregelen. Na5 de wereldwijde financiële crisis van 2008 en de daaropvolgende diepe recessie, namen ook andere grote centrale banken, zoals de Federal Reserve in de Verenigde Staten, de Europese Centrale Bank (ECB) en de Bank of England, hun toevlucht tot kwantitatieve verruiming om hun economieën te stabiliseren en te ondersteunen.
Kernpunten
- Kwantitatieve verruiming is een beleid waarbij centrale banken grootschalig activa opkopen om de economie te stimuleren.
- Het wordt ingezet wanneer de korte termijn rentetarieven de nul benaderen en traditioneel monetair beleid minder effectief wordt.
- De belangrijkste doelen zijn het verlagen van langetermijnrentes, het vergroten van de geldhoeveelheid en het stimuleren van kredietverlening.
- Deze maatregel kan bijdragen aan hogere inflatie en de waarden van financiële activa beïnvloeden.
- Het beleid kan ook invloed hebben op de overheidsschuld en de financiële stabiliteit.
Interpreteren van Kwantitatieve verruiming
Kwantitatieve verruiming wordt geïnterpreteerd als een krachtig signaal van de centrale bank dat zij vastbesloten is om de economie te ondersteunen, zelfs wanneer de traditionele instrumenten uitgeput zijn. Door het opkopen van activa wordt de vraag naar deze activa verhoogd, wat hun prijzen opdrijft en de effectieve rendementen verlaagt. Deze lagere langetermijnrentes moeten bedrijven aanmoedigen om meer te lenen en te investeren, en huishoudens om meer uit te geven, waardoor de totale vraag toeneemt. Daarnaast vergroot het de bancaire reserves, wat de leencapaciteit van commerciële banken zou moeten stimuleren en de geldhoeveelheid in de bredere economie zou moeten vergroten. Een succesvolle implementatie kan leiden tot verbeterde werkgelegenheid en een hogere inflatie, in lijn met de doelstellingen van de centrale bank.
Hypothetisch voorbeeld
Stel dat een land zich in een diepe economische neergang bevindt en de centrale bank de beleidsrente al tot bijna nul heeft verlaagd, maar de financiële markten nog steeds strak zijn en de kredietverlening stagneert. Om de situatie te verhelpen, besluit de centrale bank een programma van kwantitatieve verruiming te starten.
De centrale bank kondigt aan dat zij voor €500 miljard aan langlopende staatsobligaties en hypotheekobligaties zal opkopen van commerciële banken gedurende een periode van zes maanden.
- Actie centrale bank: De centrale bank creëert nieuwe reserves en gebruikt deze om de activa van de commerciële banken te kopen. De balans van de centrale bank groeit aanzienlijk.
- Impact op commerciële banken: Commerciële banken wisselen hun langlopende activa in voor contanten (reserves bij de centrale bank). Dit vergroot hun liquiditeit en vermindert het risico van tekorten.
- Renteverlaging: De toegenomen vraag naar obligaties drijft de prijzen van deze obligaties op en verlaagt de effectieve rendementen (langetermijnrentes). Een lagere rente op hypotheken maakt het voor huishoudens goedkoper om woningen te kopen of te herfinancieren.
- Stimulering van kredietverlening: Met meer liquiditeit en lagere langetermijnrentes worden commerciële banken gestimuleerd om meer leningen te verstrekken aan bedrijven en consumenten, tegen aantrekkelijkere voorwaarden.
- Economische impact: Bedrijven investeren meer vanwege lagere financieringskosten en consumenten geven meer uit. Dit leidt tot een toename van de totale vraag, wat de economische activiteit stimuleert, banen creëert en helpt om de inflatie weer op het gewenste niveau te brengen.
Dit hypothetische scenario toont hoe kwantitatieve verruiming beoogt een mechanisme te zijn om de economie nieuw leven in te blazen wanneer conventionele middelen ontoereikend zijn.
Praktische toepassingen
Kwantitatieve verruiming komt voornamelijk voor als een instrument van monetair beleid in tijden van economische crisis of langdurige stagnatie. Het werd uitgebreid toegepast door de Federal Reserve in de Verenigde Staten na de financiële crisis van 2007-2008 en opnieuw in reactie op de COVID-19-pandemie. Door massale aankopen4 van staats- en hypotheekobligaties probeerde de Fed de kredietmarkten te stabiliseren en de economie te stimuleren. De Bank of England heeft kwantitatieve verruiming ook gebruikt als een van haar belangrijkste instrumenten om de inflatie op de beoogde 2% te krijgen. Dit beleid is ontworp3en om de financiele markten te beïnvloeden door de rendementen te verlagen en de investeringsbereidheid te vergroten, wat uiteindelijk de economische groei ten goede moet komen.
Beperkingen en kritiek
Hoewel kwantitatieve verruiming een krachtig instrument kan zijn in tijden van economische nood, kent het ook beperkingen en is het onderwerp van kritiek. Een belangrijke zorg is het risico op ongecontroleerde inflatie wanneer er te veel geld in omloop komt. Critici wijzen er ook op dat het beleid kan leiden tot activa-zeepbellen, waarbij de prijzen van aandelen en onroerend goed kunstmatig worden opgedreven, wat de vermogensongelijkheid kan vergroten. Bovendien is de effecti2viteit van kwantitatieve verruiming in het stimuleren van de reële economie (in tegenstelling tot de financiële markten) een punt van discussie, met gemengde resultaten in verschillende landen en perioden. De effecten van dit belei1d kunnen variëren, en het kan leiden tot onbedoelde gevolgen, zoals het aanmoedigen van excessieve overheidsschuld door de financieringskosten laag te houden. Sommige economen betogen dat de stimulans van kwantitatieve verruiming vooral de financiële sector ten goede komt in plaats van dat het direct doorwerkt naar de consumenten en kleine bedrijven.
Kwantitatieve verruiming vs. Openmarkttransacties
Hoewel zowel kwantitatieve verruiming als openmarkttransacties instrumenten zijn die een centrale bank gebruikt om de geldhoeveelheid en de kredietvoorwaarden te beïnvloeden, verschillen ze aanzienlijk in schaal en doel.
Kenmerk | Kwantitatieve verruiming (KV) | Openmarkttransacties (OMT) |
---|---|---|
Doel | Grootschalige stimulering van de economie, verlaging van langetermijnrentes, tegengaan van deflatie bij nulrentestand. | Fijnstemmen van de geldhoeveelheid en het beïnvloeden van kortetermijnrentes. |
Omvang | Zeer grote, vooraf aangekondigde aankopen over langere perioden. | Kleinere, frequente aankopen of verkopen van kortlopende activa. |
Type activa | Typisch langlopende staatsobligaties, hypotheekobligaties, en soms bedrijfsobligaties. | Voornamelijk kortlopende staatsobligaties. |
Frequentie | Wordt ingezet in uitzonderlijke economische omstandigheden (bijv. recessie, liquiditeitsval). | Dagelijks of wekelijks, als routine onderdeel van monetair beleid. |
Het belangrijkste verschil ligt in de omvang en de aard van de activa. Kwantitatieve verruiming is een noodmaatregel die gericht is op het beïnvloeden van langetermijnrentes wanneer de korte termijn rentetarieven al dicht bij nul liggen. Openmarkttransacties zijn daarentegen de standaardmethode waarmee centrale banken de kortetermijnrentes en de algemene geldhoeveelheid beheren in normale economische omstandigheden.
Veelgestelde vragen
Wat is het primaire doel van kwantitatieve verruiming?
Het primaire doel van kwantitatieve verruiming is het stimuleren van de economische groei en het bereiken van de inflatiedoelstelling wanneer de conventionele rentetarieven al dicht bij nul staan en geen verdere stimulans kunnen bieden. Door activa op te kopen, injecteert een centrale bank liquiditeit in het financiële systeem en verlaagt het de langetermijnrentes.
Hoe beïnvloedt kwantitatieve verruiming de rentetarieven?
Kwantitatieve verruiming verlaagt de langetermijnrentes door de vraag naar obligaties te vergroten, waardoor hun prijzen stijgen en de rendementen (de effectieve rente) dalen. Dit moedigt lenen en investeren aan. De korte termijn rentetarieven worden doorgaans al via andere mechanismen dicht bij nul gehouden wanneer kwantitatieve verruiming wordt ingezet.
Wat zijn de risico's van kwantitatieve verruiming?
De risico's van kwantitatieve verruiming omvatten het potentieel voor hogere inflatie als de economie te sterk oververhit raakt, het creëren van activa-zeepbellen (bijvoorbeeld op de aandelen- of huizenmarkt), en de mogelijkheid dat het de inkomens- en vermogensongelijkheid vergroot. Het kan ook de balans van de centrale bank belasten.
Waarom wordt kwantitatieve verruiming "onconventioneel" genoemd?
Kwantitatieve verruiming wordt onconventioneel genoemd omdat het verder gaat dan de normale gereedschappen van het monetair beleid, zoals het aanpassen van de korte termijn rentetarieven. Het wordt pas gebruikt in extreme omstandigheden, zoals wanneer een economie te maken heeft met een liquiditeitsval of dreigende deflatie, en de traditionele methoden niet langer effectief zijn.